Datum: november 2025
Belastingplannen voor 2026 uitgelegd: wat verandert er voor jou?
Tijdens Prinsjesdag 2025 presenteerde minister Heinen van Financiën de nieuwe belastingplannen voor 2026. In het koffertje zaten de nodige voorstellen die impact hebben op ondernemers, werkgevers en particulieren. We zetten de top 10 belangrijkste wijzigingen voor je op een rij.
Goed om te weten: de meeste plannen uit het belastingplan 2026 wachten nog op goedkeuring van de Tweede en Eerste Kamer.
12% heffing op fossiele auto van de zaak
Vanaf 1 januari 2027 betalen werkgevers een pseudo-eindheffing van 12%. Dit is een heffing die door de werkgever wordt betaald, maar die afwijkt van de gewone loonheffingen. De heffing geldt wanneer een werkgever een personenauto met CO₂-uitstoot beschikbaar stelt aan een werknemer voor privégebruik of woon-werkverkeer.
Deze maatregel stimuleert de overstap naar elektrische auto’s, in lijn met de klimaatdoelen voor 2030. Elektrische auto’s én auto’s die uitsluitend zakelijk worden gebruikt, vallen buiten de regeling.
Belangrijk verschil: woon-werkverkeer telt voortaan als privégebruik.
De heffing mag je maandelijks of uiterlijk in het tweede loonaangiftetijdvak van 2028 afdragen. Werknemers mogen deze niet zelf betalen of verrekenen.
Auto’s die vóór 1 januari 2027 ter beschikking zijn gesteld, blijven vrijgesteld van deze heffing tot 17 september 2030. Daarna geldt de regeling voor alle fossiele bedrijfsauto’s met privégebruik.
Box 3 wordt aangepast: hoger rendement, lager vrijgesteld vermogen
De aanpassingen in box 3, die met ingang van 2026 gaan gelden, zijn een voorproefje op het nieuwe stelsel op basis van werkelijk rendement. Dit wordt op 1 januari 2028 ingevoerd.
Vanaf 2026:
- Het forfaitair rendement voor overige bezittingen stijgt van 6% naar 7,78%.
- Het heffingsvrije vermogen daalt van €57.684 naar €51.396 per persoon, waardoor meer belastingplichtigen box 3-heffing gaan betalen.
- De regels voor tegenbewijs van daadwerkelijk rendement worden strenger, om belastingontwijking tegen te gaan.
- De leegwaarderatio wordt beperkt: verhuur aan gelieerde partijen tegen een niet-marktconforme huur valt voortaan buiten deze regeling. Dit voorkomt belastingvoordeel door kunstmatig lage huur.
- Gelieerde partijen zijn partijen die zo nauw verbonden zijn dat zij onderling een huurprijs afspreken die normaal niet in de markt zou gelden.
Diverse wijzigingen in belastingschijven 2026 en heffingskortingen
In de belastingschijven van 2026 zijn kleine aanpassingen doorgevoerd. We nemen ze hieronder voor je op.
Voor belastingplichtigen jonger dan de AOW-leeftijd geldt het volgende:
- Het tarief in de eerste schijf daalt licht van 35,82% (2025) naar 35,70% (2026).
- De tweede schijf stijgt van 37,48% (2025) naar 37,56% (2026).
- De derde schijf blijft 49,50%.
Voor belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd geldt:
- Een verlaging in de eerste schijf van 17,92% (2025) naar 17,80% (2026).
- De tweede schijf stijgt van 37,48% (2025) naar 37,56% (2026).
- De derde schijf blijft 49,50%.
In beide gevallen geldt het hoogste tarief vanaf een inkomen van €79.137.
Daarnaast worden de kortingen en aftrekken aangepast:
- Maximale arbeidskorting stijgt van €5.599 (2025) naar €5.712 in (2026).
- De maximale algemene heffingskorting stijgt licht, van €3.068 naar €3.115. Voor belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd stijgt het van €1.536 naar €1.554.
- De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting stijgt van €2.986 naar €3.032.
- Ook de ouderenkorting en de alleenstaandeouderkorting stijgen licht.
- Voor ondernemers daalt de zelfstandigenaftrek van €2.470 naar €1.200.
- De mkb-winstvrijstelling blijft gelijk op 12,70%.
Rapportageverplichting personenmobiliteit versoepeld
De rapportageverplichting voor werkgebonden personenmobiliteit (WPM) wordt aangepast. Alleen bedrijven met 250 werknemers of meer hoeven straks nog gegevens aan te leveren over het woon-werkverkeer van personeel. De eerdere grens van 100 werknemers vervalt.
Duidelijkheid over de fiets van de zaak
De regeling voor de fiets van de zaak wordt verduidelijkt en geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020.
Wordt een fiets niet of minder dan 10% bij het woonadres van de werknemer gestald, dan is geen bijtelling verschuldigd. Wordt de fiets vaker thuis gestald, dan geldt de normale bijtelling van 7%.
Deze aanpassing voorkomt onbedoelde belasting bij gebruik van zogeheten hubfietsen of campusfietsen.
Nieuw tarief in de overdrachtsbelasting: 8%
Vanaf 2026 gelden 4 tarieven in de overdrachtsbelasting:
- 0% voor starters onder 35 jaar bij aankoop van een woning tot €555.000
- 2% voor eigen woningen
- 8% voor woningen die niet als hoofdverblijf dienen (zoals verhuur- of beleggingspanden)
- 10,4% voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden of bouwgrond
Btw op cultuur, media en sport blijft 9%
Het plan om het lage btw-tarief op cultuur, media en sport te verhogen naar 21% is van tafel. Het kabinet kiest ervoor het 9%-tarief te behouden.
Voor logiesverstrekkers, zoals hotels en B&B’s, geldt echter vanaf 1 januari 2026 wél het algemene tarief van 21%. Deze aangenomen btw-verhoging wordt dus niet teruggedraaid.
Regeling vervroegd uittreden (RVU) structureel vanaf 2026
De tijdelijke RVU-drempelvrijstelling wordt structureel. Werknemers kunnen hierdoor tot drie jaar vóór hun AOW-leeftijd stoppen met werken zonder dat de werkgever direct 52% pseudo-eindheffing betaalt.
Het drempelbedrag stijgt met €300 per maand en groeit mee met het minimumloon. Boven deze drempel geldt nu nog een pseudo-eindheffing van 52%, maar deze stijgt naar 57,7% in 2026, naar 64% in 2027 en naar 65% vanaf 2028.
Minder belastingvoordeel voor groen beleggen
Beleg je in een erkend groenfonds? Dan krijg je nu nog belastingvoordeel. Je hoeft namelijk over een deel van je belegging geen belasting te betalen in box 3, en je krijgt daarnaast een kleine heffingskorting van 0,1% over dat vrijgestelde bedrag.
Groenfondsen investeren in duurzame en vernieuwende projecten, bijvoorbeeld op het gebied van energie of natuur.
Dat voordeel wordt stap voor stap minder:
- In 2025 is het vrijgestelde bedrag nog €26.312 (of €52.624 voor fiscale partners).
- In 2026 blijft deze vrijstelling nog bestaan.
- In 2027 is er bijna niets meer over: dan mag je nog maar €200 (of €400 voor partners) belastingvrij beleggen.
Daarmee verdwijnt het belastingvoordeel eigenlijk helemaal. De kleine heffingskorting van 0,1% blijft wel bestaan, maar heeft nauwelijks effect.
Eigenlijk zou de regeling al in 2027 stoppen, maar door praktische problemen bij de Belastingdienst gebeurt dat pas op 1 januari 2028.
Aanpassingen in de erf- en schenkbelasting
Tot slot bevat het belastingplan 4 maatregelen om de erf- en schenkbelasting te vereenvoudigen:
- Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden tellen straks alleen nog mee voor de erfbelasting.
- Biologische kinderen zonder juridische erkenning worden gelijkgesteld aan juridisch erkende (biologische) kinderen (onder voorwaarden).
- Bij huwelijkse voorwaarden met ongelijke verdeling (bijv. 90/10) wordt het meerdere boven 50% belast, tenzij het contract vóór 16 september 2025 is opgesteld.
- De aangiftetermijn voor erfbelasting wordt verlengd naar 20 maanden, zodat er meer tijd is voor een correcte afhandeling.
En wat betekenen de belastingplannen 2026 voor jou?
De belastingplannen voor 2026 brengen weer veel veranderingen met zich mee voor ondernemers en werkgevers. Wil je weten wat deze plannen concreet betekenen voor jouw situatie of onderneming?
Neem contact op met onze adviseurs. Zij staan klaar om met je mee te kijken en praktische oplossingen te bieden.
Bron: SRA
Bekijk ook
Duurzaam en verantwoord ondernemen, hoe doe je dat?
Annemiek vertelt je over de toekomst van zakendoen. Duurzaam en verantwoord ondernemen is namelijk niet langer een keuze, maar een noodzaak.
Special Miljoenennota 2024
Het kabinet presenteerde op Prinsjesdag 2023 de Miljoenennota 2024 en dus ook het Belastingplan 2024. Lees hier meer over
Special Lonen 2024
Lees hier de Special Lonen 2024. Dit is een handig naslagwerk voor u als werkgever of als hr-medewerker.